Samenwerking als Vaardigheid: Leer van Jongeren en Kinderen

Paul Walters

Founding partner Darwin on the Job. Executive coach.
samenwerking kinderen lessen

In onze blogs over samenwerken nemen we regelmatig artikelen, bevindingen en onderzoeksresultaten van wetenschappers en auteurs onder de loep.

Deze keer met als primaire bronnen een project van de kinderrechtenorganisatie UNICEF en een onderzoekspublicatie van Prof. Katie E. Slocombe (Dpt. of Psychology, University of York, UK) en Prof. Amanda M. Seed (School of Psychology and Neuroscience, University of St Andrews, UK) inzake het omgaan van jeugdigen en jonge kinderen met samenwerking. Met interessante uitkomsten die ook leerzaam zijn voor volwassenen binnen de context van hun werk.

Samenwerking: een stapje buiten de deur van je werk

Samenwerking is overal en we hebben allemaal wel een beeld van wat het inhoudt. Afgezien van de vraag of het begrip überhaupt wel eenduidig te definiëren is, gaat het er vooral om wat we er in de praktijk mee doen.

Ik neem als uitgangspunt dat de praktische betekenis rondom het kernbegrip ‘samenwerken’ vooral door de mensen zelf en door de context waarin zij met elkaar samenwerken wordt ingevuld. Voor jou is dat wellicht je job c.q. je werkomgeving, bijvoorbeeld je afdeling of het team. Laten we ook even een stapje buiten de deur zetten door een willekeurige blik te werpen op wat jonge mensen met samenwerking doen, en kijken of we daar van kunnen leren.

Samenwerking als onderdeel van life skills

Binnen het kader van UNICEF hebben jonge mensen een plan opgezet, Plan 12 – Learn to transform, om twaalf overdraagbare vaardigheden voor de huidige veranderende wereld te ontwikkelen en toe te passen in de praktijk. Het plan wordt geleid door jongeren omdat, aldus UNICEF, het hun ideeën zijn die eraan zullen bijdragen om met elkaar een betere wereld te ontwerpen en te bouwen.

“Samenwerking is onderdeel van een dynamische, simultaan interacterende set life skills.”

Het plan bouwt voort op twaalf in het zg. Conceptual Framework on Transferable Skills (PDF) van UNICEF geïdentificeerde core life skills.

In plaats van te pogen om deze specifieke kernvaardigheden te benoemen binnen een omgeving van concurrerende definities, geeft de organisatie er de voorkeur aan om actief doende te zijn in een proces van identificeren en analyseren van een breed scala aan overdraagbare vaardigheden in het Framework. Dit met onder meer als uitgangspunt dat die vaardigheden tezamen beschouwd moeten worden als een dynamische, simultaan interacterende set van skills, en in het bewustzijn dat de relevantie van elk van die skills per land en locatie kan verschillen.

Tegen deze achtergrond hieronder een weergave van de in het Framework en Plan 12 benoemde twaalf life skills:

Samenwerking volgens UNICEF

Samenwerking is een van de twaalf in het Framework van UNICEF geïdentificeerde kernvaardigheden. Op haar website definieert zij samenwerking als de actie of het proces van met elkaar werken om iets te realiseren voor een gezamenlijk doel of om een wederzijds voordeel te behalen.

kinderen samenwerking koken

Samenwerking (ik blijf even bij de UNICEF-site) laat het vermogen zien om effectief en respectvol met diverse (ook in de zin van diversiteit) mensen of teams te werken, compromissen te sluiten, consensus te bereiken in het tot stand brengen van beslissingen, gedeelde verantwoordelijkheid voor gezamenlijk werken te nemen en de meningen en bijdragen van individuele teamleden te waarderen, vanuit een stevige eigen identiteit.

Samenwerkingsrelaties berusten op sociale motivatie en worden eerder gevormd door een sociaal georiënteerde of gemeenschappelijk-belang benadering dan een transactionele benadering gericht op persoonlijk voordeel of materieel gewin.

“Binnen een teamdynamiek moet samenwerking voorop staan. Het belangrijkste is om een gedeelde passie te zoeken en niet zozeer gelijkgestemdheid.”

UNICEF podcast-gast en videodesigner Gonzalo Frasca zegt in dat verband: ‘Binnen een teamdynamiek moet samenwerking voorop staan. Uiteraard is het geweldig om te werken met mensen zoals jezelf, maar naast werken met gelijkgestemden moet je werken met mensen die in dezelfde mate gepassioneerd zijn. Het belangrijkste is om gedeelde passie te zoeken en niet zozeer om gelijkgestemd te zijn, omdat je, wanneer het erop aankomt om nieuwe, andere, innovatieve, verrassende dingen te doen, beter werkt met hoofden die verschillend denken.’

Een belangwekkende gedachte, ook voor volwassenen die in teams of andere samenwerkingsverbanden met elkaar werken!

kinderen samenwerking gedeelde passie

In het kader van Plan 12 hebben de betrokken jeugdigen voor elke vaardigheid een missie geformuleerd die zij aan alle jongeren meegeven, met als doel om die vaardigheid voor hen te doen leven en zich er in te ontwikkelen.

Voor het onderwerp samenwerking is de missie (zij spreken ook van challenge, want per saldo is het ook een uitdaging) om via een paar stappen samenwerkingsverhalen te genereren gericht op het met elkaar vormen van een nieuw toekomstbeeld:

  • Breng een ’team’ van 3-5 vrienden bij elkaar.
  • Werk samen aan een creatief verhaal “After the pandemic” en upload dat naar Plan 12.
  • Moedig drie vrienden aan om dezelfde uitdaging aan te gaan.

Zeker een interessante uitdaging. Maar wat doet het voor mensen in bedrijven en organisaties?

Wel, ook zij zijn kinderen en jeugdigen geweest. Onze kindertijd, onze jeugd is de tijd waarin we relatief misschien wel het meest leren ten opzichte van wat we allemaal nog niet konden en wisten.

Mede vanuit mijn overtuiging dat we veel van jongeren kunnen leren zou naar mijn mening een mooie uitdaging voor volwassenen zijn een initiatief als de bovengenoemde challenge te transponeren naar hun werksituatie, bijvoorbeeld door gestructureerd de gezamenlijke purpose van een team waarvan ze deel uitmaken te exploreren, te definiëren en het resultaat daarvan te verweven in een met elkaar op te stellen toekomstvisie, teneinde de gezamenlijke teampurpose te kunnen ‘leven’.

Gemeenschappelijke zingeving binnen een team is niet iets vaags, maar een concrete factor die sterk kan bijdragen aan verbinding, effectiviteit, succes, voldoening en werkplezier. Alleen al daarom is het de moeite van de exercitie waard. Te meer als zo’n exercitie tegelijk ook een uitdaging voor de teamleden is – en dat is het misschien best wel.

Training: Zingeving in Teams

Creëer gezamenlijk samenhang, richting en/of betekenis binnen je team

Samenwerking bij jonge kinderen

Samenwerking is een kernaspect van de mens. Het zit zo diep in ons verankerd dat je het in het hart van talloze culturen in allerlei vormen kunt vinden. Kinderen zijn al vanaf heel jonge leeftijd opvallend coöperatief. Vanaf hun eerste jaar herkennen ze doelen van anderen en tonen ze een neiging om te helpen, en ze lijken het leuk te vinden om aandacht en informatie met anderen te delen. Het lijkt plausibel dat vanuit dit vroege fundament unieke menselijke vormen van samenwerking, gebaseerd op communicatie en normen, opgebouwd worden. Zoals ook andere van onze gedragskenmerken is menselijke samenwerking kennelijk een product van zowel genetische als culturele evolutie (nature & nurture).

“Kinderen zijn al vanaf zeer jonge leeftijd coöperatief”

En toch, anders dan de consistentie die je ziet in bepaalde samenwerkingsvormen bij dieren -of zo je wilt: bij andere dieren dan de mens- zoals bijvoorbeeld termieten of bijen, laat het wisselende gezicht van menselijke samenwerking deze samenwerking wel fragieler lijken.

Goede reden dus om binnen samenwerkingsverbanden zoals organisaties, afdelingen en teams bewust aandacht aan het onderwerp samenwerking te geven, en de vaardigheden op het gebied van samenwerking te onderhouden, te versterken. En ook om daarmee in te spelen op veranderende omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de intrede van Covid-19 wereldwijd een sterke stimulans was om hybride te gaan samenwerken en de skills op dat gebied te versterken.

Training: Hybride samenwerken

Blijf verbonden in een hybride werksituatie

Delen van middelen en informatie in het kader van samenwerking

Vertonen kinderen vaardigheden en motivatie om samen te werken in de brede betekenis van anderen helpen om hun doelen -de doelen van die anderen dus- te bereiken, en om samen te werken teneinde gezamenlijke doelen te bereiken, en daarbij zowel middelen als informatie te delen? Hoe ontwikkelt dat zich in grote lijn?

kinderen samenwerken delen en uitwisselen

Helpen is een van de eerst verschijnende vormen van samenwerkingsgedrag bij kinderen. Is dat alleen omdat het leuk is voor hen als ‘spel’, of behelst het ook dat ze anderen willen helpen om hun doelen te bereiken en niet zozeer hun eigen doelen? Ja, dat laatste. En kunnen ze vanaf jonge leeftijd ook al herkennen of iemand bijvoorbeeld een voorwerp bewust op de grond gooit omdat hij/zij het niet meer wil hebben, dan wel het voorwerp per ongeluk laat vallen en het graag terug wil? Ja, ook dat.

Vanaf ten minste hun tweede levensjaar zijn kinderen in staat om uit wat ze waarnemen af te leiden wat doelen van een ander zijn. En als ze ouder worden helpen ze op steeds meer verschillende en complexe manieren. Al vanaf ca. 18 maanden wegen ze hun hulp af via een eenvoudige kosten-batenanalyse, bijvoorbeeld hoe zwaar een voorwerp is dat iemand per ongeluk heeft laten vallen, en wie degene is die om hulp vraagt.

“Al vanaf 18 mnd. wegen kinderen hun hulp af via een eenvoudige kosten-batenanalyse”

Zijn kinderen (mede) vanuit een intrinsieke motivatie behulpzaam, of vertonen ze al vroeg ‘slechts’ de effecten van aanmoediging door hun ouders? Verschillende onderzoeken ondersteunen de gedachte dat kinderen (ook) een intrinsieke motivatie hebben om te helpen. Bestudering van gedrag van jonge kinderen leidt ook tot de gedachte dat zij gevoelig zijn voor de noden van anderen en dat helpen wordt gedreven door een oprechte zorg voor de persoon die hulp nodig heeft.

Een ander belangwekkend aspect is reciprociteit. Uit meerdere studies komt naar voren dat tegen het derde levensjaar kinderen het verkiezen om diegenen te helpen die hén eerder behulpzaam zijn geweest, of vermijden hulp te geven aan diegenen die naar hun beleving schade aan anderen hebben toegebracht of dat willen doen.

Samenwerken om andermans en gemeenschappelijke doelen te bereiken

Nadat kinderen ‘samenwerkingspartners’ kunnen helpen om de doelen van die partners te bereiken, ontwikkelen ze ook het vermogen om met anderen samen te werken om gemeenschappelijke doelen te bereiken. Complexere en meer strategische samenwerking vereist begrip van de gemeenschappelijke aard van de samenwerkingsactiviteit. Er zijn zelfs aanwijzingen dat 1-jarige kinderen al zouden herkennen wat het is -en het leuk vinden om- met elkaar iets te doen, en dat ze bijvoorbeeld opnieuw met een samenwerkingspartner samenwerken als ze het gezamenlijke spel tijdelijk onderbreken, of flexibel de rol van een ander innemen in een gezamenlijke activiteit.

Experimenten hebben ook laten zien dat jonge kinderen de gezichtspunten en bedoelingen van anderen kunnen betrekken in hun samenwerking met anderen. Dit wordt ook wel ‘shared intentionality’ genoemd. Fundamenteel daarbij is gedeelde aandacht, wat rond de 9e levensmaand opkomt wanneer kind en bijvoorbeeld de verzorger aandacht voor een object of gebeurtenis beginnen te delen.

Shared intentionality ligt aan de wortel van specifiek menselijke samenwerkingsvormen, zoals het maken van sociale normen en instituties die berusten op een ‘wij’-denken. Zo kunnen mensen afspreken dat een stukje bedrukt papier -of zelfs een configuratie van digitale data- ‘geld’ is. Al vanaf de leeftijd van 3 jaar vestigen ook kinderen in zekere zin al normen, bijvoorbeeld het recht om met een bepaald stuk speelgoed te spelen.

“Kinderen willen een eerlijke verdeling van de opbrengst van samenwerken.”

Nog een andere interessante component van samenwerken is het ‘delen van de buit’. Kinderen van(af) 3-5 jaar willen een gelijkelijke verdeling van rewards als ze met anderen hebben samengewerkt, wijzen ongelijke verdeling af, en straffen zelfs degene die zich meer dan zijn eerlijke deel toe-eigent. Maar -en hiermee kom ik terug op de vraag hierover eerder in dit blogartikel- wanneer een jong kind over middelen c.q. hulpbronnen beschikt, kan het daarentegen een uitdaging (lees: lastig) voor het kind zijn om die middelen met anderen te delen.

Kinderen van 2-4 jaar lijken een uitdrukkelijke hint of aanwijzing nodig te hebben, zoals een uitgestrekte hand of een verzoek, om het delen van middelen te bevorderen. In tegenstelling tot de uitdaging die het voor hen kan zijn om middelen te delen, bleek in een desbetreffend experiment dat kinderen echter al vanaf zeer jonge leeftijd sterk gemotiveerd en bedreven te zijn om ‘informatie’ over bijvoorbeeld de locatie van een verborgen object te delen met degene die het experiment uitvoerde.

Samenwerking: kort samengevat

Kort samengevat kan men stellen dat anderen helpen om hun doelen te bereiken een robuust en flexibel gedrag bij jonge kinderen is dat in toenemende mate complex en selectief wordt met het toenemen van hun leeftijd. Ook leren we uit het voorgaande dat (de neiging tot) samenwerken ingebakken zit in de mens, en dat het tegelijk ook een life skill is die overgedragen, geleerd en versterkt kan worden, en dat je daar regie en keuzes in hebt.

Ik voeg daar zelf wel een overweging bij: misschien is het al vanaf zo jonge leeftijd bestaande hulpgedrag van kinderen -en rudimentair wellicht ook bij volwassenen nog- deels mede te herleiden tot een drang tot overleven, en zou er bij hen een natuurlijke of instinctieve incentive kunnen bestaan om diegenen te helpen die voor hen in de zo afhankelijke eerste jaren van hun leven belangrijk zijn. Het zou kunnen, maar dat maakt het voorgaande niet minder interessant. Verder moeten we ons er rekenschap van geven dat gedrag ook in belangrijke mate circumstantieel kan zijn. Waar samenwerken écht een overlevingsmechanisme is -bijvoorbeeld voor fysiek, sociaal en/of psychisch overleven- zal de incentive om samen te werken naar verwachting sterker zijn dan waar het individu veel minder afhankelijk is van anderen.

Tot slot, vanuit het vorengaande samengevat, een paar belangrijke aspecten die onderdeel zijn van en bijdragen aan menselijke samenwerking:

  • Begrijpen en betrekken van elkaars gezichtspunten en doelen
  • Delen van informatie en middelen
  • Reciprociteit / ‘geven en ontvangen’
  • Delen van de opbrengst (kan ook waardering of erkenning zijn)
  • Onderhoud van samenwerkingsvaardigheden is belangrijk

Paul Walters

Founding partner Darwin on the Job. Executive coach.